Parasieten
Elk diersoort kan (gastheer specifieke) parasieten bij zich dragen. Deze kunnen zowel in (endoparasiet) als op (ectoparasiet) het dier aanwezig zijn.
Wormen
Wormen zijn endoparasieten. Ze bevinden zich immers in het lichaam. Vandaar dat je ze als eigenaar vaak ook niet ziet. Voor de hond zullen wij de verschillende wormen bespreken. Tevens wordt het belang van ontwormen vermeld.
Soorten wormen
Lintwormen (cestoden)
Lintwormen komen voor bij de hond. Uw hond wordt besmet met lintwormen door opname van een tussengastheer. Tussengastheren kunnen knaagdieren, besmet vlees en met name vlooien (en luizen) zijn. Vandaar dan ook dat een goede ontvlooiing aan de basis staat van een goede ontworming. Een lintworm bestaat uit segmenten (proglottiden) en kan wel 10 meter lang worden. Een lintwormbesmetting ziet u in principe niet, maar als uw hond een ernstige besmetting heeft, kunt u deze lintwormsegmenten vinden. Deze zien eruit als ‘rijstkorrels’ en kunnen in de ontlasting of in het braaksel zitten. Bij jonge en verzwakte dieren kunnen lintwormen voor ontstekingen in de darmen en diarree zorgen.
Een belangrijke lintworm is de vossenlintworm. Deze lintworm wordt verspreid door de vos en komt voornamelijk voor in Centraal Europa, maar recentelijk ook in Nederland.
Rondwormen (nematoden)
Spoelworm
Bij de hond komt van de rondwormen de spoelworm het meest voor. Volwassen dieren worden hiermee besmet door opname van eitjes uit de omgeving of door opname van een tussengastheer. Puppy’s worden vrijwel altijd geboren met een spoelwormbesmetting. Daarnaast kunnen puppy’s ook besmet worden via de moedermelk. Vandaar dan ook dat het zo belangrijk is uw puppy eens in de twee weken te ontwormen, tot een leeftijd van 12 weken. Vervolgens moet u met 4, 5 en 6 maanden leeftijd ontwormen. Daarna geeft u eens in de drie maanden een ontwormingsmiddel, dit is het advies voor volwassen dieren. Een spoelwormbesmetting zie je als eigenaar niet. De levenscyclus van deze worm speelt zich namelijk af in het lichaam van uw huisdier. Met name jonge dieren kunnen de volgende symptomen laten zien bij een besmetting: verminderde eetlust, opgeblazen buik, braken, diarree, doffe vacht en hoesten. De volwassen spoelworm kan met het braaksel of de ontlasting mee naar buiten komen.
Haakworm
Haakwormbesmettingen worden veelal gezien bij honden die in Zuid-Europa zijn geweest. Haakwormen kunnen 3-4 cm lang worden en zijn zeer dun. Hierdoor zijn ze bijna onzichtbaar voor het menselijke oog. De larven van de haakworm dringen via de huid of de slijmvliezen uw dier binnen. Haakwormen hebben een ‘bek met kleine tandjes’. Hiermee bijt hij zich vast in het slijmvlies van de dunne darm. Hij zuigt op deze manier bloed op en veroorzaakt zo bloedende wondjes. In ernstige gevallen kan dit leiden tot (bloederige) diarree en bloedarmoede bij uw huisdier. Voor puppy’s kan deze worm zelfs dodelijk zijn. Puppy’s kunnen besmet worden via de moedermelk.
Zweepworm
Besmetting met de zweepworm vindt plaats door opname van eitjes uit de omgeving. Deze eitjes komen met de ontlasting mee naar buiten. Zweepwormen kunnen een ontsteking aan de dikke darm veroorzaken. De symptomen hierbij kunnen zijn: uitdroging, diarree, verminderde eetlust, bloedarmoede, lusteloosheid en kan bloederige ontlasting tot gevolg hebben.
Hartworm
Hartworm komt met name voor in warme gebieden, zoals Zuid-Europa. De grens ligt nu echter al rond Parijs. In Amerika is de hartworm ook aanwezig. Wanneer u uw hond meeneemt naar risicogebieden is het van belang dat u ontwormt met een ontwormingsmiddel dat ook tegen hartworm werkt. Het middel dat wij hiervoor adviseren is Milbemax®. Afhankelijk van de periode die u in het buitenland verblijft, moet u op locatie en bij thuiskomst ook ontwormen. Het is van belang ‘preventief’ te ontwormen zodat de hartworm zich dan niet kan ontwikkelen tot worm. Als de larven eenmaal tot wormen zijn ontwikkeld, is de behandeling zeer riskant aangezien ze in de bloedvaten zitten die dichtbij de longen en het hart liggen. Ze veroorzaken chronische long- en hartziekten waaraan uw dier kan overlijden. Hartworm wordt overgebracht door vlooien en/of muggen, die bij het bijten van de hond, besmettelijke larven in de huid inbrengen. De incubatietijd kan maanden tot zelfs jaren na de infectie zijn. De symptomen van een hartworminfectie kunnen zijn: verminderd uithoudingsvermogen, gewichtsverlies, hoesten, longoedeem en hartproblemen.
Waarom moet u ontwormen?
Uiteraard is ontwormen van belang voor de gezondheid van uw hond. Voor de mens is het echter ook belangrijk. Hieronder vindt u een aantal risico’s, waar wij mensen mee te maken kunnen krijgen.
De mens kan tussengastheer zijn van de vossenlintworm (Echinococcus). Onvolgroeide stadia hiervan kunnen schade aanrichten in het lichaam van de mens. De lintworm veroorzaakt blazen in het lichaam, bijvoorbeeld in de darmen. Daarnaast tast het ook de lever aan. De dieren zijn vaak niet ziek, maar de mens kan door een ernstige leveraantasting overlijden.
Dit laatste geldt ook voor de spoelworm. Kinderen kunnen besmet worden met spoelwormen door opname van eitjes in bijvoorbeeld een zandbak. Daarnaast knuffelen kinderen altijd graag met huisdieren en laten een hond dan ook geregeld over hun snoet likken. De larven van spoelwormen kunnen zich, na opname, door het hele lichaam verspreiden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld astmatische bronchitis bij kinderen veroorzaken en na het bereiken van de ogen, verstoringen van het gezichtsvermogen tot gevolg hebben.
Larven van de haakworm kunnen de menselijke huid binnendringen. Kinderen kunnen besmet raken als ze op blote voeten op besmette grond lopen of besmette grond in hun mond stoppen. De haakwormen kunnen huidontstekingen veroorzaken op de plek waar ze de huid binnendringen. Eenmaal in de huid, kunnen ze gaan migreren door het lichaam. Dit is te zien aan een rood/blauwe streep onder de huid.
Bovenstaande klinkt allemaal erg eng en lijkt misschien wat overdreven, maar er bestaat wel degelijk een risico, met name voor kleine kinderen. Het is dus ook voor de volksgezondheid van belang om uw dier regelmatig te ontwormen. Goede ontworming beperkt het infectiegevaar naar uzelf en uw kinderen.
Het advies is vier keer per jaar te ontwormen met een goed ontwormingsmiddel. Als u een middel koopt, kijk dan tegen welke wormen het werkt. Ook is het aan te raden een goed ontvlooiingsmiddel te gebruiken. Zoals u hierboven immers heeft kunnen lezen, zijn vlooien tussengastheer van de lintworm.
Vlooien
Vlooien zijn kleine parasieten die zich in de vacht van uw huisdier bevinden. Ze voeden zich met bloed en kunnen jeuk bij uw dier, maar ook bij u veroorzaken. Herhaaldelijke besmettingen met vlooien vormen een verhoogd risico op het ontwikkelen van een vlooienallergie. Het is dan ook belangrijk de vacht regelmatig te inspecteren op vlooien en vlooienfaeces. In het stukje over de lintworm werd al vermeld dat vlooien tussengastheer zijn van de lintworm. Als uw dier dus jeuk heeft en per ongeluk een vlo opeet door in de vacht te bijten, is de kans zeer groot dat er op deze manier een lintwormbesmetting verkregen wordt. Het gebruik van een ontvlooiingsmiddel is dan ook zeer belangrijk. Het advies is eens in de 4 tot 6 weken een pipet tussen de schouderbladen te geven. Let hierbij op dat u een betrouwbaar middel gebruikt en dat het middel op de huid wordt aangebracht en niet op de haren. Indien de hoeveelheid vloeistof in het pipet te veel is voor één plek, kunt u dit toedienen op meerdere plaatsen op de huid, het liefste onder elkaar.
Giardia
Giardia is een eencellige parasiet en veroorzaakt dunne, stinkende diarree met eventuele bijmenging van slijm of bloed. Het is zeer besmettelijk, ook voor ons mensen! De cysten van de giardia komen met de ontlasting mee naar buiten en kunnen door u of uw huisdieren worden opgenomen. Een gezond dier vertoont vaak nog geen symptomen, maar scheidt deze cysten wel uit. Als u een dier heeft met een giardiabesmetting is het dus belangrijk dat u al uw dieren behandelt tegen de infectie. Doet u dit niet dan kunnen uw gezond ogende dieren de rest van uw beestenboel weer opnieuw besmetten. Jonge dieren en dieren met een verminderde weerstand vertonen wel bovenstaande symptomen. Door middel van een snaptest kunnen wij gemakkelijk controleren of uw huisdier giardia heeft. U moet hiervoor verse ontlasting naar de praktijk brengen.
Teken
De teek is een spinachtige parasiet, het heeft acht poten. Gedurende het hele jaar kunnen ze voorkomen. Teken leven in de bossen maar komen ook voor in hoog gras. Als uw hond langs een struik loopt of door dit hoge gras, laten de teken zich op uw dier vallen en nestelen zich in de huid. Ze vallen dus niet uit bomen, zoals vaak wordt gedacht. Teken voeden zich met het bloed van hun gastheer. Als de teek zich volzuigt met bloed kan het enorm in omvang toenemen. De tekenbeet zorgt meestal niet voor problemen. Het zijn de ziektes die ze overbrengen, waar we alert op moeten zijn. Deze ziektes zijn: ziekte van Lyme (Lyme disease), Babesiose en Ehrlichiose. Welke ziektes overgebracht kunnen worden, is afhankelijk van de soort teek en het leefgebied.
Ziekte van Lyme
De bruine schapenteek (Nederlandse teek) kan de verwekker (bacterie) van de ziekte van Lyme overbrengen. Naar schatting draagt 10% van de teken deze bacterie (Borrelia) bij zich. Deze bacterie bevindt zich in de darmen van de teek. Wanneer de teek zich vasthecht aan de huid en bloed gaat zuigen, kan deze bacterie zich vermenigvuldigen en in uw dier terechtkomen. Mensen kunnen de ziekte van Lyme ook krijgen, bij hen komt het zelfs nog meer voor dan bij honden.
Incubatieperiode
Maanden tot jaren.
Symptomen
- Sloomheid
- Koorts
- Rode uitbreidende plek rond de teek (vaak moeilijk te zien)
- Gewrichtsklachten (plotselinge kreupelheid)
- Gezwollen lymfeklieren
- Aantasting van de nieren
- Gedragsveranderingen (bijv. agressiviteit, epileptische aanvallen).
Het kan lang duren voordat uw dier symptomen vertoont, dit is echter niet minder gevaarlijk.
Diagnose
Bloedonderzoek kan de infectie aantonen. Eventueel moet dit onderzoek herhaald worden.
Behandeling
Is met antibiotica mogelijk.
Preventie
Prac-tic gebruiken tegen vlooien en teken en in het buitenland de Scalibor tekenband om doen.
Babesiose
Babesiose (tekenkoorts) wordt veroorzaakt door de protozo (eencellig parasiet) Babesia. Deze protozo leeft in rode bloedcellen en wordt overgedragen door besmette teken. Een teek raakt besmet door bloed te zuigen bij een geïnfecteerde hond. De Babesia-parasiet wordt overgebracht door het speeksel van de teek en dringt zich in de rode bloedcellen en vermeerdert daar tot de rode bloedcel kapot gaat. Voorheen kwamen de tekensoorten die hiervoor verantwoordelijk zijn niet voor in Nederland, op dit moment echter wel. Mensen kunnen ook besmet worden met Babesiose.
Incubatieperiode
8 tot 20 dagen.
Symptomen
- Sloomheid
- Koorts
- Verminderde eetlust
- Bloedarmoede (bleke slijmvliezen)
- Verminderd uithoudingsvermogen.
Minder vaak voorkomende symptomen zijn:
- Gezwollen lymfeklieren
- Bloed in de urine
- Neusbloedingen
- Pijnlijke spieren en gewrichten
- Oogontstekingen
- Ademhalingsproblemen
- Hartproblemen.
Ehrlichiose vertoont vaak overeenkomsten met Babesiose en/of Leishmaniose en kan ook tegelijk met deze ziekten voorkomen.
Diagnose
Kan gesteld worden via bloeduitstrijkjes en bloedonderzoek.
Behandeling
Is met antibiotica mogelijk.
Preventie
Prac-tic gebruiken tegen vlooien en teken en in het buitenland de Scalibor tekenband om doen.
Ehrlichiose
Ehrlichiose wordt veroorzaakt door een parasiet (Ehrlichia) dat in bepaalde typen witte bloedcellen leeft. Op deze manier wordt het immuunsysteem van de hond aangetast. Deze parasiet wordt door twee tekensoorten overgedragen en kan ook in Nederland voorkomen.
Incubatieperiode
8 tot 20 dagen.
Symptomen
- Sloomheid
- Koorts
- Verminderde eetlust
- Bloedarmoede (bleke slijmvliezen)
- Verminderd uithoudingsvermogen.
Minder vaak voorkomende symptomen zijn:
- Gezwollen lymfeklieren
- Bloed in de urine
- Neusbloedingen
- Pijnlijke spieren en gewrichten
- Oogontstekingen
- Ademhalingsproblemen
- Hartproblemen
Ehrlichiose vertoont vaak overeenkomsten met Babesiose en/of Leishmaniose en kan ook tegelijk met deze ziekten voorkomen.
Diagnose
Kan gesteld worden via bloeduitstrijkjes en bloedonderzoek.
Behandeling
Is met antibiotica mogelijk.
Preventie
Prac-tic gebruiken tegen vlooien en teken en in het buitenland de Scalibor tekenband om doen.
Met oog op bovenstaande ziektes, is het van belang dat u de teek zo snel mogelijk verwijdert, in ieder geval binnen 24 uur. Wij adviseren hier een tekentang voor te gebruiken en absoluut GEEN alcohol op uw dier te sprayen.
Zandvliegen
De zandvliegjes komen vooral in het mediterraanse gebied voor in heuvelachtige, zandrijke streken. U kunt met name denken aan het strand. Deze vliegjes zijn het meest actief tijdens zonsopgang en -ondergang. De zandvliegen kunnen voor problemen zorgen. Zo kunnen ze de eencellige parasiet Leishmania overbrengen. De parasiet is verantwoordelijk voor de aandoening Leishmaniose. De dieren kunnen elkaar onderling niet besmetten. De Leismania gaat in de rode bloedcellen zitten en maakt deze kapot. De dieren kunnen drager zijn van Leishmaniose, ze vertonen dan dus geen symptomen.
Incubatieperiode
1 maand tot 7 jaar.
Symptomen
- Sloomheid
- Koorts
- Gewichtsverlies
- Pijnlijke gewrichten (bewegingsproblemen)
- Bloedarmoede (bleke slijmvliezen)
- Gezwollen lymfeklieren
- Chronische huidproblemen
- Chronische oogontstekingen
- Neusbloedingen
- Lever/nierfalen
- Extreme nagelgroei
Diagnose
Kan gesteld worden via een bloeduitstrijkje. Als de parasiet zich in het lichaam ‘inkapselt’ is het op dat moment niet aan te tonen met een bloedonderzoek. Maanden tot jaren later kan de hond dan symptomen vertonen. Vanaf dan is het wel aan te tonen. Bij een negatieve uitslag is het dan ook aan te raden, op een later tijdstip nogmaals te testen.
Behandeling
Genezing is niet mogelijk, wel kan er medicatie gegeven worden om de Leishmania onder controle te houden.
De hond blijft dan wel drager.
Preventie
Scalibor tekenband om doen en de hond ’s avonds en ’s nachts zoveel mogelijk binnen houden. Eventueel dubbel muskietengaas gebruiken.
Mijten
Mijten zijn spinachtigen. Bij de hond kunnen de volgende soorten voorkomen.
Soorten mijten
Oormijt
De naam zegt het al, oormijten zitten in de oren van de hond. Oormijten zorgen voor erge jeuk in de oren. Je ziet het dier dan ook aan de oren krabben of met de oren klapperen. Oormijten kunnen erg besmettelijk zijn. Door middel van lichamelijk contact tussen de dieren worden mijten overgedragen. Een goede behandeling tegen oormijt is dus echt noodzakelijk. Het is aan te bevelen alle contactdieren mee te behandelen.
Schurftmijt (sarcoptes)
De schurftmijt zorgt voor huidaandoeningen. Het komt voor bij de hond, maar is ook besmettelijk voor mensen (=zoönose)! De mijten graven gangen in de huid en dit kan zeer heftige jeuk veroorzaken. Vaak begint het op de buik, maar het kan zich over het hele lichaam verspreiden. Van rode bultjes kan het, door het krabben, ontaarden in grote korsten en kale plekken.
Demodex
Demodex komt met name voor bij jonge, oude of verzwakte honden. De Demodexmijt leeft in de huid van de hond. Indien er sprake is van verminderde weerstand bij uw dier, kan de Demodexmijt voor problemen gaan zorgen. Dit begint vaak met kale plekjes op de kop, hals en de poten. Meestal gaan de symptomen gepaard met milde jeuk, dit hoeft echter niet. In een later stadium kunnen er op deze plekjes korstjes en/of huidontstekingen ontstaan.
Vachtmijt (Cheyletiella)
Deze mijtsoort leeft in de vacht of op de haren van de hond, niet in de huid. Vachtmijten kunnen voor schilfers in de vacht zorgen. Ook kan de vacht er ‘stoffig’ uit zien. Dit kan gepaard gaan met haarverlies en jeuk. De vachtmijten zijn gastheerspecifiek, maar kunnen andere diersoorten ook last bezorgen, ook ons mensen.
Heeft u het vermoeden dat uw hond(en) één of meer parasieten bij zich draagt, neem dan vrijblijvend contact met ons op. Wij streven naar een advies op maat en kunnen u dan ook adviseren een antiparasitair middel op te komen halen of een afspraak bij de dierenarts te maken.