Kat

Medisch gerelateerde en andere nuttige informatie

  • Castratie/sterilisatie
  • Gebitsverzorging
  • De oudere kat
  • Overgewicht
  • Parasieten
  • Vaccinaties
  • VacciCheck titerbepaling
  • Gedrag
  • Trimsalon
  • Lezing
  • Afscheid

Castratie/sterilisatie

Castratie & sterilisatie

Waarom castreren/steriliseren?

Het castreren van katers voorkomt onder andere het wegloopgedrag. Katers gaan soms dagen op zoek naar een dame en dit maakt u, als eigenaar, uiteraard ongerust. Daarnaast kunt u zich voorstellen dat de kater ook meerdere wegen tegenkomt onderweg. Helaas worden deze katers wel eens aangereden tijdens hun zoektocht naar een leuke poes. Tevens kan de kater door het veelvuldig dekken van poezen, zelf ziek worden en vervolgens ook weer ziektes doorgeven. Vroegtijdig castreren kan sproeien in huis (markeren van het territorium) voorkomen. Echter ook gecastreerde katers EN poezen kunnen sproeien. Meestal heeft dit een gedragsmatige oorzaak.

Door poezen op tijd te steriliseren, kunt u voorkomen dat ze ongewenst drachtig raken. Vaak glipt de poes ‘even’ weg uit huis om daarna gedekt weer terug te komen. Ruim twee maanden later hebt u dan een aantal gezinsleden (kittens) extra. Elk jaar worden er veel (ongewenste) kittens geboren, die helaas niet altijd een goed tehuis krijgen. Door te steriliseren, wordt de poes niet meer gedekt en kan ze van de kater geen ziektes meer krijgen. Sterilisatie van de poes heeft verder als voordeel dat de krolsheid stopt. Voor uw nachtrust is dit vaak erg prettig. Daarnaast geeft sterilisatie ook een verminderde kans op baarmoederontsteking en melkkliertumoren.

Katers en poezen mogen op een leeftijd van 6 maanden al gecastreerd/gesteriliseerd worden. Ons advies is, indien u niet bewust een nestje wilt fokken, deze leeftijd ook aan te houden. Mocht uw poes of kater hiervoor al seksueel gedrag vertonen, dan is het verstandig uw kat tot die tijd binnen te houden, zodat hij niet kan dekken en zij niet gedekt kan worden. Is dit voor u echt niet mogelijk, neem dan contact op met onze kliniek.

Gebitsverzorging

Gebitsverzorging

Tegenwoordig wordt er vaak gezegd dat het belangrijk is om als eigenaar het gebit van uw kat te verzorgen. Wij van de ‘Dierenbus’ zijn het hier ook zeer zeker mee eens. Echter, alleen aan u meedelen dat gebitsverzorging belangrijk is, is in onze ogen niet voldoende. Daarom willen wij u daar graag meer advies en informatie over geven door middel van onderstaande informatie. Hier leggen wij uit waarom gebitsverzorging zo belangrijk is en wat de mogelijkheden zijn om aan gebitsverzorging te doen.

Waarom is gebitsverzorging zo belangrijk?

Het gebit van de kat bestaat, net als dat bij mensen, uit snijtanden, hoektanden en kiezen. Op het gebit van uw huisdier kan tandplak ontstaan. Tandplak bestaat uit voedselresten, levende en dode bacteriën en speeksel. Indien er niet aan gebitsverzorging wordt gedaan, wordt tandplak onvoldoende van de elementen verwijderd. Tandplak kan in combinatie met mineralen uit het speeksel en bacteriën uit de mondholte, verharden tot tandsteen. Tandsteen is een harde bruine laag op tanden en kiezen en kan alleen professioneel door een dierenarts of paraveterinair verwijderd worden.

Wanneer tandsteen niet wordt verwijderd, drukt dit tegen het tandvlees aan. Het tandvlees wordt hierdoor weggedrukt en de tand- en kieswortels kunnen bloot komen te liggen. Bacteriën en voedsel-resten kunnen zich nu hechten aan de wortels en daar voor een ontsteking zorgen, dit merk je als eigenaar vaak aan het ‘stinken uit de bek’. Deze ontsteking kan ervoor zorgen dat de elementen los gaan zitten. Dit kan zeer pijnlijk zijn. Daarnaast kunnen de bacteriën uit de mondholte nu in de bloedbaan komen en voor een ontsteking op de hartkleppen, in de nieren of in de lever zorgen. Het niet verzorgen van de mondholte kan dus negatieve invloed hebben op de algehele gezondheidstoestand van uw kat!

Wat zijn de mogelijkheden om thuis aan gebitsverzorging te doen bij uw kat?

Tandenpoetsen

De meest optimale vorm van gebitsverzorging is tandenpoetsen. Laat uw kat, indien mogelijk, hier al op jonge leeftijd aan wennen. Het blijvende gebit is compleet vanaf een leeftijd van 6 maanden. Tot die tijd kunt u rustig met uw kitten oefenen om er een dagelijks ritueel van te maken. Verder hebben wij nog een aantal tips om het tandenpoetsen zowel voor u als voor uw dier aangenaam te maken.

  • Doe de gebitsverzorging op een vertrouwde plaats, zodat uw dier zich op zijn gemak voelt.
  • Blijf geduldig tijdens de training en beloon uw dier achteraf, bijvoorbeeld met spelen of knuffelen. Maak er samen een vaste dagelijkse gewoonte van zoals bijvoorbeeld spelen ook een gewoonte is. Dit vergemakkelijkt de acceptatie. Is uw dier eenmaal gewend aan het poetsen, dan kunt u naar behoefte de frequentie verlagen.
  • Laat uw kat, voordat u gaat tandenpoetsen, stap voor stap wennen:
  • Masseer met uw vingers aan de buitenzijde van de wangen ter hoogte van de achterste kiezen. Op deze manier laat u uw kat wennen dat u aan zijn hoofd zit. Daarnaast masseert u zo de speekselklieren, waardoor de doorbloeding en de activiteit toenemen. Door uw massage wordt de tandplak ook los gewreven van de elementen. De meeste katten vinden het heerlijk als ze op deze manier geaaid worden. Het is dan ook een goede eerste stap, omdat uw dier zo gelijk beloond wordt.
  • Vervolgens kunt u met uw pink de binnenzijde van de wangen masseren. Indien dit goed gaat kunt u ook een vochtig verbandgaasje gebruiken. Deze mag u vochtig maken met vleesbouillon of tandpasta speciaal voor dieren (hier zit een smaakje aan, bijvoorbeeld kip). Doordat het lekker smaakt, is het voor de dieren prettiger om toe te staan dat u uw pink in de mond steekt. De gaasjes verwijderen tandplak van de elementen. U hoeft de mond nog niet te openen. Vergeet niet bij deze stap te belonen.
  • Indien uw kat gewend is aan de poetsbewegingen bij gesloten mond, kunt u proberen om de mond voorzichtig te openen. U kunt nu de binnenkant behandelen, doe dit alleen op de plaatsen waar het nodig is. De meeste dieren vinden het niet prettig om de mond te openen. Beloon uw dier weer achteraf.
  • Als uw dier de drie bovenstaande stappen goed toelaat, kunt u dezelfde stappen proberen met een kleine katten tandenborstel. Gebruik hierbij speciale tandpasta voor dieren. Deze is smakelijk en kan zonder problemen worden doorgeslikt. Humane tandpasta is schadelijk voor de maag aangezien het schuurmiddel bevat en niet door het dier uitgespuugd kan worden.

Om met tandenpoetsen het gewenste resultaat te behalen, hebben wij ook nog een aantal aanwijzingen:

  • Doe de tandpasta diep tussen de haren van de tandenborstel. Houd de tandenborstel in een hoek van 45° tegen het tandoppervlak, zodat de borstelharen op de rand van het tandvlees en element komen.
  • Maak draaiende bewegingen met zachte druk. Op deze manier poetst u de elementen, de rand van het tandvlees en de ruimte tussen de tanden.
  • Begin bij de achterste kiezen en ga geleidelijk aan naar de voorkant.
  • Besteed extra aandacht aan de plaatsen waar snel tandsteen gevormd wordt, namelijk de buitenkant van de achterste kiezen en hoektanden en de binnenkant van de snijtanden in de onderkaak.
  • Indien er sprake is van geringe aantasting van het tandvlees en gebit, adviseren wij minimaal twee keer per week te poetsen. Bij tandsteen en ontsteking aan het tandvlees, adviseren wij een dagelijkse poetsbeurt. Indien er geen verbetering optreedt, is het verstandig het gebit professioneel te laten bekijken en eventueel te laten reinigen bij ons op de praktijk.
  • Voeg de gebitsverzorging toe aan het dagelijkse verzorgingspatroon van uw kat. Op deze manier is er de minste kans dat het vergeten wordt en wordt het voor uw dier routine.                                

Voeding

Goede voeding is voor de gezondheid van elk dier belangrijk, maar ook voor het gebit. Zacht voer (blikvoeding) kan gebitsproblemen in de hand werken. Er hoeft namelijk nauwelijks op gekauwd te worden en het plakt vast aan de kiezen. Op deze manier is het dus zelfs een veroorzaker van tandplak. Het is voor het gebit daarom beter uw kat alleen droogvoer te geven. Hier moet op gekauwd worden en daardoor schraapt het de tandplak van de elementen. Er zijn brokjes die door één keer kauwen al uit elkaar vallen en die dragen dus niet echt bij aan het verwijderen van tandplak. Daarom zijn er verschillende voerfabrikanten die een speciale brok ontwikkeld hebben, die niet gelijk uit elkaar valt. Er moet dus op gekauwd worden. Een voorbeeld hiervan is Dental van Royal Canin. Tevens bevat deze voeding speciale ingrediënten die voorkomen dat tandplak omgezet kan worden in tandsteen. Indien uw huisdier regelmatig gebitsproblemen heeft, is het aan te raden alleen droogvoer te geven en met name één die erop gericht is gebitsproblemen te voorkomen.

De oudere kat

De oudere kat

Ouderdom komt met gebreken. Dit geldt ook voor onze geliefde huistijger. Als je met mensen over hun kat praat, blijken de meesten wel aan te geven dat de kat op latere leeftijd gaat kwakkelen, maar ‘ach dat hoort toch bij ouder worden? Het katje is gewoon op’. Deze uitspraak is slechts ten dele waar, het is een verouderingsproces net zoals wij mensen dat kennen. Gelukkig is aan de meeste aandoeningen nog wel wat te doen, mits we er op tijd bij zijn natuurlijk. De meeste katten laten niet zien dat ze pijn hebben en daardoor worden de symptomen vaak (te) laat opgemerkt. Hoe eerder we er bij zijn, hoe groter de kans dat de aandoening gestabiliseerd kan worden. Indien uw kat gaat vermageren, meer gaat drinken/plassen en/of afwijkend gedrag laat zien, doet u er verstandig aan een bezoek te brengen aan uw dierenarts. Hieronder worden de vijf meest voorkomende aandoeningen verder beschreven.

Chronisch nierfalen

Bij chronisch nierfalen functioneren de nieren niet meer optimaal. De nieren hebben een enorme reservecapaciteit, de symptomen ontstaan pas als 70-80% van de nierfunctie verloren is gegaan. Helaas is dit percentage niet te herstellen. Als de nierfunctie te veel afneemt, kan er veel misgaan in het lichaam. Zo filteren de nieren bepaalde stoffen niet meer uit het bloed, met name kreatinine en ureum (afbraakproduct van eiwitten uit de voeding). Deze zullen in te hoge concentraties aanwezig zijn en zijn giftig voor de kat. Deze stoffen kunnen aangetoond worden met een bloedonderzoek. Daarnaast laten de nieren door de opgelopen schade eiwitmoleculen en te veel vocht door in de urine. Dit is eenvoudig te onderzoeken door middel van een urineonderzoek. Hoe hoger het percentage eiwitten in de urine, hoe ernstiger het nierfalen is. Als gevolg van de grote hoeveelheid vocht is de concentratie van de urine laag. Afhankelijk van de ernst van de klachten kan met medicatie, nierdieet (bevat minder eiwitten) en voldoende vochtopname, het dier gestabiliseerd worden en verergering van nierfalen vertraagd worden. Er is aangetoond dat de kat tot 30% meer water drinkt als de voer- en drinkbakjes niet meer in dezelfde ruimte staan. Drinkfonteinen stimuleren de kat ook tot meer drinken. Een nierdieet kan de kwaliteit van leven voor de kat verbeteren en kan zelfs levensverlengend werken ten opzichte van een normale voeding.

Symptomen (medisch en gedrag)

  • Veel drinken en veel plassen: Door het functieverlies van de nieren laten ze meer vocht door dan normaal. Dit tekort moet aangevuld worden door voldoende te drinken. Katten zijn normaal zuinige drinkers. Als het opvalt dat hij/zij meer drinkt, op de meeste gekke plekken drinkt of zeurt om water is dat dus afwijkend gedrag.
  • Onzindelijkheid: Zoals gezegd, gaat de kat meer plassen. De kattenbak zal natter en viezer zijn dan normaal, hierdoor kan de kat naast de bak gaan plassen. Katten houden immers van schone kattenbakken. Daarnaast kan de drang om te plassen zo hoog zijn dat ze de kattenbak niet meer halen.
  • Uitdroging: Dit lijkt misschien raar omdat de kat meer is gaan drinken, maar door het vele vochtverlies bestaat de kans op uitdroging.
  • Verminderde eetlust: De hoge concentraties kreatinine en ureum in het bloed vergiftigen het lichaam als het ware. Hierdoor voelt de kat zich misselijk en beroerd en zal minder tot niets meer willen eten.
  • Vermageren: De kat eet minder, maar verliest ook nog eens eiwitten via de urine. Dit heeft als resultaat dat het lichaam te weinig voedingsstoffen krijgt en dus vermagert. U zult bij het aaien ribben, ruggengraat en heupen beter voelen; de spiermassa neemt af.
  • Braken en/of diarree: Dit komt ook door de gifstoffen in het bloed.
  • Obstipatie (verstopping): De ontlasting wordt te hard doordat de kat uitgedroogd raakt. Hierdoor kan de nierpatiënt verstopt raken en verminderde eetlust krijgen. Het ontlasten kan door de harde ontlasting pijnlijk worden, soms associeert de kat deze pijn met de kattenbak en gaat de kattenbak vermijden.
  • Slechte adem: De afvalstoffen die zich in het bloed ophopen, worden via de slijmvliezen en het speeksel uitgescheiden. Bij ernstig nierfalen ruikt dit naar aceton.
  • Slechte vachtverzorging, mottige vacht: De kat heeft geen energie voor lichaamsverzorging. De vacht raakt mottig, verliest de glans, verhaart meer en kan zelfs vervilten, ook bij een kortharige kat.
  • Onvoorspelbare agressie: Dit heeft te maken met de gifstoffen in het lichaam. Daarnaast kunnen ze agressie tonen doordat ze niet lekker in hun vel zitten, ze willen dus mensen en andere dieren op afstand houden.
  • Lusteloosheid, meer slapen: Het lichaam raakt uitgedroogd en verliest voedingsstoffen. De kat heeft hierdoor gewoon geen kracht meer om actief te zijn. Het zal u opvallen dat de kat meer slaapt dan voorheen en weinig actief is.

Te snel werkende schildklier (hyperthyreoïdie)

Deze aandoening komt bij oudere katten veel voor. Het gaat hier meestal om een goedaardige tumor van schildklierweefsel (in 99.9% van de gevallen). De kat heeft twee schildklieren, ieder aan een zijde van de luchtpijp. De vergrote schildklier maakt te veel schildklier-hormoon aan. Dit is door middel van een bloedonderzoek aan te tonen. De verhoogde schildklierwerking stimuleert de stofwisseling, waardoor de kat meer gaat eten om deze ‘motor’ draaiende te houden. Hoeveel de kat echter ook eet, het kan de verhoogde stofwisseling niet bijhouden en ze zal vermageren.

Hyperthyreoïdie heeft effect op verschillende orgaansystemen, waaronder het hart, het maagdarmkanaal en de nieren. Voor deze aandoening zijn verschillende therapieën mogelijk. De meest gebruikte methode is dagelijks medicatie ingeven. De eventuele alternatieven zijn een operatie, een injectie met radioactief jodium (alleen in speciaal gecertificeerde klinieken) of dieetvoeding (als medicatie ingeven niet lukt).

Symptomen (medisch en gedrag)

  • Veel drinken en veel plassen: Het schildklierhormoon remt de aanmaak van het hormoon ADH (antidiuretisch hormoon). ADH speelt een belangrijke rol bij de opname van water in de nieren. Bij een tekort aan dit hormoon, laten de nieren dus te veel water door. Dit tekort moet de kat compenseren door meer te drinken.
  • Meer eetlust: Zoals gezegd, moet de kat meer eten om het lichaam op gang te houden. Wat voor een katteneigenaar opvalt, is dat de kat meer zeurt om eten en soms zelfs eten gaat stelen. Indien de situatie erg slecht is, zal de kat slomer worden en uiteindelijk stoppen met eten.
  • Vermageren: Ondanks de zeer goede eetlust kan de kat de versnelde stofwisseling niet bijhouden met eten. De reserves van het lichaam worden aangebroken. De spiermassa neemt af en de botten zullen bij het aaien beter voelbaar zijn.
  • Verhoogde hartslag en bloeddruk: Doordat het lichaam op volle toeren draait, is de hartslag ook verhoogd. Het hart moet veel harder werken om de hoge stofwisseling bij te houden. De krachtige, verhoogde hartslag is soms voelbaar. De verhoogde bloeddruk kan zorgen voor schade aan het hart, nieren, ogen en hersenen.
  • Vergrote schildklier: Meestal is één van beide schildklieren vergroot. Dit is vaak voelbaar aan één kant van de luchtpijp.
  • Op koude plekken liggen: De versnelde stofwisseling zorgt ervoor dat de kat het erg warm heeft. Soms gaan deze katten ook hijgen. Het is opvallend dat ze vaak op koude plekken gaan liggen.
  • Onrustig gedrag: Door de hoge stofwisseling wordt de kat onrustig, (hyper)actief en gaat soms meer miauwen. Op momenten dat de kat normaal gesproken slaapt, doet hij dat nu niet. Dit is voor de eigenaar soms opvallend. In sommige gevallen worden de katten zelfs agressief.
  • Braken en/of diarree: Het braken wordt vooral veroorzaakt door te snel en te gulzig eten om de enorme honger te stillen. Het braaksel bestaat vaak uit onverteerde voeding. De diarree is meestal het gevolg van de te snel werkende spijsvertering. De darmen zijn hierdoor niet in staat hun werk goed te doen en halen de voedingsstoffen en het vocht niet uit het voedsel. Het resultaat is dunne ontlasting.
  • Slechte vachtverzorging, mottige vacht: De vitaminen en mineralen worden door de darmen niet uit de voeding gehaald. Dit tekort heeft vaak gevolgen voor de conditie van de vacht. Deze ziet er bij een kat met een te snel werkende schildklier meestal slecht verzorgd, vettig en/of plukkerig uit, zelfs haaruitval kan voorkomen. De slechte vachtconditie kan deels ook veroorzaakt worden doordat de kat zich niet goed voelt en daardoor niet of juist overmatig aan vachtverzorging doet.

Artrose

Artrose betekent slijtage aan het kraakbeen in de gewrichten. 85% van de oudere katten boven de 12 jaar lijdt hieraan. De meeste kattenbaasjes hebben hier geen idee van aangezien katten meesters zijn in het verbergen van pijn, met name als het gaat om chronische pijn. De kat is van nature solitair en staat er alleen voor. Het laten zien dat je pijn hebt en zwak bent, is dan geen verstandige keuze. Artrose bij de kat is lange tijd onderschat, maar krijgt gelukkig steeds meer aandacht. Door de slijtage aan het kraakbeen ontstaat een ontstekingsreactie. Irritatie en/of overmatige druk in de gewrichten zorgt ervoor dat er nieuw botweefsel gevormd wordt in het gewrichtskapsel. De gewrichten worden hierdoor stijver en bewegen wordt uiterst pijnlijk. Dit proces kan in alle gewrichten voorkomen, maar bij de kat zien we het voornamelijk in de ellebogen, heup- en kniegewrichten. Katten met overgewicht belasten de gewrichten extra veel, afvallen heeft dan ook prioriteit. Helaas is artrose niet te genezen, maar met de juiste medicatie (pijnstiller/ontstekingsremmer) en voeding (Omega-3 vetzuren en glucosamine ondersteunen de gewrichten) kan het proces wel vertraagd worden.

Symptomen (medisch en gedrag)

  • Veranderd bewegingspatroon: Bewegen is pijnlijk. De kat zal dus zo weinig mogelijk willen bewegen en dit kan u op verschillende manieren op gaan vallen. Hij/zij zal minder in de tuin zijn of minder ver van huis gaan. Er zal minder gekrabd worden aan krabplankjes en/of krabpalen. De kat zal niet of nauwelijks nog springen, soms is op de bank komen al niet meer te doen. Er zal gekozen worden voor lagere ligplekken om te gaan slapen, dus niet meer bovenin de klimpaal of op een kast. Traplopen zal meer moeite kosten, zowel naar boven als naar beneden. Bij thuiskomst zal u minder begroet worden of het wrijven langs uw benen wordt minder. Kortom, de kat zal gedurende de dag meer slapen (op andere plekken) in plaats van te bewegen. Er zal ook minder interactie met u zijn. Door een aantal aanpassingen in huis te doen, kan de kat toch overal komen. Hierbij kunt u denken aan verhogingen naast de bank of het bed.
  • Stress: Als dieren (en dus ook katten) pijn hebben, dan veroorzaakt dit stress bij ze. Dit kunt u waarnemen door middel van het uiten van stresssignalen, bijvoorbeeld tongelen (snelle beweging van de tong richting neus), bek aflikken (niet na het eten), slikken, gapen (niet na het slapen), pootje heffen, hijgen, trillen of rolling skin (een trilling die over de huid trekt). Aangezien artrose een pijn is die constant aanwezig is, zullen deze patiënten meer stresssignalen laten zien dan normaal.
  • Meer miauwen: Als de kat een goede band heeft met de eigenaar, kan het zich uiten in meer miauwen om op die manier meer contact te zoeken.
  • Angstiger of agressiever: Als je pijn hebt, wil je anderen op afstand houden. Dit doet de kat door te vluchten/zich terug te trekken of door te krabben/bijten bij oppakken of aaien. Het ligt aan het karakter van de kat waarvoor gekozen wordt.
  • Overmatig poetsgedrag of verminderd poetsgedrag: Bij het likken van de vacht komt endorfine vrij, dit wordt ook wel het gelukshormoon genoemd. De kat voelt zich hierdoor ‘gelukkiger’, maar endorfine werkt ook pijnstillend. De kat kan dus overmatig gaan likken om dit gevoel te ervaren. De kat kan ook minder aan lichaamsverzorging doen, de gewrichten zijn te stijf en te pijnlijk zodat het gewoonweg niet meer mogelijk is.
  • Onzindelijk: De meeste kattenbakken zijn te klein en hebben een te hoge instap voor artrosepatiënten. Vaak zie je dat deze katten hun behoeften in de buurt van de kattenbakken doen. Ze willen er dus wel op, maar het lukt ze lichamelijk niet. Het advies is een grote ruime bak te nemen met een lage instap. Zo kan de kat beter ronddraaien en makkelijker ‘hurken’ als hij moet ontlasten, de lagere instap is minder belastend voor de gewrichten.
  • Minder eetlust: Een kat die pijn heeft, eet slechter of stopt zelfs met eten.

Dementie

Ook bij katten kan op latere leeftijd dementie voorkomen. De oorzaak hiervan ligt in het zenuwweefsel van de hersenen. Bij dieren is hier helaas minder over bekend dan bij mensen. De verschijnselen die bij dementie horen, worden ook gezien bij katten met ernstig nierfalen en/of een te snel werkende schildklier. Het is dus van belang dat katten met dementieverschijnselen goed onderzocht worden door een dierenarts om vast te kunnen stellen of we inderdaad te maken hebben met dementie en niet met een ander intern probleem. Bij demente katten is het van belang dat we rustig en geduldig met ze omgaan, in andere woorden dat we voorspelbaar naar ze toe zijn. Daarnaast is het aan te bevelen de leefomgeving niet te veranderen, de IMAG0975meubels blijven dus op hun plek staan. Voor demente patiënten is het ook prettig de leefruimte te verkleinen, op deze manier verhogen we de voorspelbaarheid van de omgeving. Om de hersenen actief te houden, adviseren we voor de kat (ook al op jongere leeftijd) braintraining.
Dit wil zeggen, de voeding aan te bieden op een manier dat de kat na moet denken hoe het eten bemachtigd kan worden. Hiervoor is allerlei denkspeelgoed op de markt, maar u kunt ook zelf creatief aan de slag met wc-rolletjes en eierdozen. Voeding met vis als eiwitbron erin bevat veel vitamine E (antioxidant), dit zorgt indirect voor minder beschadiging aan de hersenen. Medicatie zou in overleg met de dierenarts kunnen, al is dit nog wel discutabel, zelfs bij de mens.

Symptomen (medisch en gedrag)

  • Desoriëntatie: De kat is minder alert en vertoont doelloos gedrag. Soms kunnen ze de voerbak of hun huis zelfs niet meer vinden. Deze patiënten kunnen ook aan de verkeerde kant van de deur staan, daar waar de scharnieren zitten, omdat ze niet meer weten aan welke kant de deur open gaat.
  • Verstoord slaapgedrag: Overdag wordt er meer geslapen en ’s nachts juist minder. De kat doolt ’s nachts door het huis en begint zomaar uit het niets hard te miauwen.
  • Ander gedrag naar de eigenaar: Demente katten begroeten de baas niet meer enthousiast, zoeken geen contact en vragen niet meer om aandacht. Sommige katten laten zelfs agressief gedrag zien.
  • Incontinentie: De kat doet de behoeften niet meer op de bak, gewoonweg omdat ze niet meer weet dat het daar moet.

Suikerziekte (diabetes mellitus)

Suikerziekte komt bij de kat relatief vaak voor. Bij 80-95% van de diabetespatiënten gaat het om ‘ouderdomssuikerziekte’ vergelijkbaar met de humane type 2 variant. Bij deze vorm is er een tekort aan insuline. Dit wordt door de alvleesklier in het lichaam aangemaakt. In deze situatie wordt er te weinig insuline aangemaakt of het lichaam reageert er niet voldoende op. Door het tekort aan insuline worden de suikers (glucose) in het bloed niet meer omgezet. Hierdoor blijven de suikers in de bloedbaan en kunnen ze de weefsels en organen niet bereiken. Katten met overgewicht, te weinig beweging  (binnenkatten) en/of de katten die te veel koolhydraten in de voeding krijgen, vormen een risicogroep. Genetische aanleg kan ook een rol spelen. Het is zeer belangrijk de kat op een gezond lichaamsgewicht te houden, overgewicht kan namelijk ook de enige oorzaak van suikerziekte zijn. Het advies is een voeding te geven die weinig koolhydraten bevat en veel eiwitten (vlees/vis). Koolhydraten zijn een goedkoop vulmiddel voor fabrikanten, ga dus op zoek naar een kwalitatief goede voeding. De koolhydraten zorgen voor een hoge suikerspiegel in het bloed en er is veel insuline nodig om dit om te zetten. De insulineproducerende beta-cellen raken hierdoor op langer termijn uitgeput. Goede voeding kan suikerziekte voorkomen. De dierenarts zal in de meeste gevallen (tijdelijk) insuline willen spuiten. Dit dient de eigenaar thuis om de 12 uur zelf te doen. Het is hierbij wel van belang dat de kat van tevoren gegeten heeft! Periodieke controles bij de dierenarts zijn nodig om te kijken of de dosering insuline juist is, te veel insuline spuiten is namelijk levensgevaarlijk. Deze controle wordt uitgevoerd door middel van een klein bloedonderzoek. Soms kan er na een periode gestopt worden met injecties doordat de beta-cellen weer in staat zijn insuline te produceren. Dit moet goed door de dierenarts onderzocht worden en de kat moet wel speciale voeding voor diabetes patiënten blijven eten. Daarnaast is lichaamsbeweging zeer belangrijk, braintraining is dus ook voor deze patiënten zeer geschikt. Zorg echter wel dat deze patiënten altijd eten tot hun beschikking hebben, zodat ze kunnen eten als de bloedsuikerspiegel te laag wordt.

Symptomen (medisch en gedrag)

  • Veel drinken en veel plassen: Vanwege de hoge suikerspiegel in het bloed wordt het suiker door de nieren in de urine gelaten. Suiker trekt water aan, hierdoor gaat de kat meer plassen. Om dit waterverlies aan te vullen, moet de kat ook meer drinken. Indien de kat ingesteld is met insuline, is de wateropname een goede graadmeter voor de bloedsuikerspiegel. Indien de kat weer meer gaat drinken/plassen dan betekent dit dat de hoeveelheid suikers in het bloed zijn gestegen.
  • Veel eten en toch vermageren: Het suiker in de bloedbaan kan niet getransporteerd worden naar de cellen van de weefsels en organen, hierdoor hebben zij een tekort aan voedingsstoffen. De kat heeft een constant hongergevoel en zal veel eten. Helaas komen deze voedingsstoffen nooit aan waar het moet zijn (in de cellen), de suikers worden uitgeplast en het lichaam gaat over op het verbranden van lichaamsvetten. De kat zal vermageren ondanks het vele eten.
  • Slechte vachtverzorging, mottige vacht: De kat heeft geen energie en zal minder tot niets meer aan vachtverzorging doen. Hierdoor gaat de vacht als het ware openstaan en kan vervolgens gaan klitten of vervilten.
  • Lusteloosheid, zwak: Het lichaam heeft geen energie, het is aan het vermageren. De vetreserves worden verbrand, hierbij komen ketonen (afbraakproducten van vet) vrij. Deze kunnen ervoor zorgen dat de kat erg sloom en ziek wordt en uiteindelijk zelfs in coma raakt en overlijdt. 

Overgewicht

Overgewicht

Overgewicht? Gratis begeleiding bij het afvallen van uw kat!

Is overgewicht een probleem?

Liever te dik dan te dun is een veelgehoorde uitspraak.

Het is voor de meeste mensen vaak wel duidelijk dat een te mager dier niet gezond is. Een dier met (licht) overgewicht wordt echter nogal eens gezien als ‘goed verzorgd’ of ‘lekker verwend’. Het lijkt minder ernstig dan een vermagerd dier, maar is dit overgewicht wel zo gezond? Zeker niet.

Overgewicht kan allerlei nare aandoeningen veroorzaken, waaronder bijvoorbeeld gewrichtsproblemen, hart en vaatziekten, vermoeidheid en suikerziekte. Door deze aandoeningen wordt de levensverwachting van uw kat niet alleen verkort, maar is ook de kwaliteit van leven niet optimaal.

Wat doen wij?

Het kan soms erg moeilijk zijn om een dier te laten afvallen. Met name bij extreem overgewicht (obesitas) valt dit niet mee. Door het extra gewicht is de kat vaak minder actief, waardoor hij/zij steeds minder energie verbruikt. Ook het eten van de allerkleinste porties voer kan dan vaak toch niet voorkomen dat de kat aankomt of in ieder geval niet afvalt.

Wanneer u met ons contact opneemt voor afvalbegeleiding, zullen wij eerst een intakegesprek met u en uw kat plannen. Wij kunnen tijdens deze afspraak de nodige vragen van uw kant beantwoorden. Ook zullen wij dan doornemen wat het voedings- en bewegingspatroon van uw dier is.

Hij/zij zal worden gewogen en krijgt een conditiescore. Aan de hand hiervan kan het streefgewicht worden bepaald en rekenen wij voor u uit hoeveel voeding uw dier per dag mag hebben. Iedere twee weken maken wij dan een controle afspraak met u. Om de stress zo laag mogelijk te houden voor uw kat doen wij dit het liefst per e-mail of telefonisch. Door regelmatig contact te houden, kunnen wij goed in de gaten houden of het afvallen niet te snel of te langzaam gaat en kunnen wij onze adviezen, indien nodig, bijtijds aanpassen.

In sommige gevallen wordt het overgewicht veroorzaakt door een medische aandoening. Wanneer dit vermoeden ontstaat tijdens het afvalprogramma, zullen wij dit met u bespreken. Ook daarmee kunnen wij u verder helpen.

Voor wie?

Het afvalprogramma is bedoeld voor alle katten met overgewicht. Begeleiding of advies is ook mogelijk wanneer uw dier slechts licht overgewicht heeft. Juist dan is het goed om het probleem direct aan te pakken, zodat u kunt voorkomen dat uw dier uiteindelijk doorgroeit naar extreem overgewicht.

Misschien voelt u zich schuldig wanneer u een kat heeft met (extreem) overgewicht. Schroom dan niet om toch langs te komen. Het is meer dan positief dat u zich bewust bent van het probleem en hoe eerder u begint hoe beter. Het is nooit te laat om het te proberen!

Wat kost het?

De begeleiding is gratis. Wel werken wij met een speciaal dieetvoer dat bij ons verkrijgbaar is. Vaak valt het prijsverschil met uw huidige voeding erg mee wanneer het wordt omgerekend naar het aantal grammen dat u mag voeren. U kunt altijd vrijblijvend informeren naar de prijzen.

Wat krijgt u ervoor terug?

U zult merken dat uw kat gezonder, actiever en vrolijker wordt. Het is verbazingwekkend om keer op keer te zien hoe enorm zij opknappen van soms slechts een paar ons gewichtsverlies. Van lusteloze, soms zelfs depressieve dieren, veranderen zij in vrolijke, open karakters. Dus naast het feit dat de levensverwachting toeneemt, zal ook de kwaliteit van leven zichtbaar verbeteren!

Voor vragen of adviezen omtrent afvallen, kunt u altijd contact met ons opnemen. Mocht u twijfelen of uw kat goed op gewicht is, kunt u altijd een (gratis) afspraak maken voor advies. Wij helpen u graag!

Parasieten

Parasieten

Elk diersoort kan (gastheer specifieke) parasieten bij zich dragen. Deze kunnen zowel in (endoparasiet) als op (ectoparasiet) het dier aanwezig zijn.

Wormen

Wormen zijn endoparasieten. Ze bevinden zich immers in het lichaam. Vandaar dat je ze als eigenaar vaak ook niet ziet. Voor de kat zullen wij de verschillende wormen bespreken. Tevens wordt het belang van ontwormen vermeld.

Soorten wormen

Lintwormen (cestoden)

Lintwormen komen veel voor bij katten. Uw dier wordt besmet met lintwormen door opname van een tussengastheer. Tussengastheren kunnen knaagdieren, besmet vlees en met name vlooien (en luizen) zijn. Vandaar dan ook dat een goede ontvlooiing aan de basis staat van een goede ontworming. Een lintworm bestaat uit segmenten (proglottiden) en kan wel 10 meter lang worden. Een lintwormbesmetting ziet u in principe niet, maar als uw dier een ernstige besmetting heeft, kunt u deze lintwormsegmenten vinden. Deze zien eruit als  ‘rijstkorrels’ en kunnen in de ontlasting of in het braaksel zitten. Bij jonge en verzwakte dieren kunnen lintwormen voor ontstekingen in de darmen en diarree zorgen.

Een belangrijke lintworm is de vossenlintworm. Deze lintworm wordt verspreid door de vos en komt voornamelijk voor in Centraal Europa, maar recentelijk ook in Nederland.

Rondwormen (nematoden)

Spoelworm

Bij de kat komt van de rondwormen de spoelworm het meest voor. Volwassen katten worden hiermee besmet door opname van eitjes uit de omgeving of door opname van een tussengastheer. Kittens kunnen al besmet worden via de moedermelk. Vandaar dan ook dat het zo belangrijk is uw kitten met de leeftijd van 3, 5 en 7 weken te ontwormen en vervolgens elke maand tot een leeftijd van 6 maanden. Daarna geeft u eens in de drie maanden een  ontwormingsmiddel, dit blijft het advies voor volwassen katten. Een spoelwormbesmetting zie je als eigenaar niet! De levenscyclus van deze worm speelt zich namelijk af in het lichaam van uw kat. Met name jonge dieren kunnen de volgende symptomen laten zien bij een besmetting: verminderde eetlust, opgeblazen buik, braken, diarree, doffe vacht en hoesten. De volwassen spoelworm kan met het braaksel of de ontlasting mee naar buiten komen.

Haakworm

Haakwormbesmettingen worden veelal gezien bij katten die in Zuid-Europa zijn geweest. Haakwormen kunnen 3-4 cm lang worden en zijn zeer dun. Hierdoor zijn ze bijna onzichtbaar voor het menselijke oog. De larven van de haakworm dringen via de huid of de slijmvliezen uw dier binnen. Haakwormen hebben een ‘bek met kleine tandjes’. Hiermee bijt hij zich vast in het slijmvlies van de dunne darm. Hij zuigt op deze manier bloed op en veroorzaakt zo bloedende wondjes. In ernstige gevallen kan dit leiden tot (bloederige) diarree en bloedarmoede bij uw huisdier. Kittens kunnen besmet worden via de moedermelk.

Hartworm (Dirofilaria Immitis)

Hartworm komt met name voor in warme gebieden, zoals Zuid-Europa. De grens ligt nu echter al rond Parijs. In Amerika is de hartworm ook aanwezig. Wanneer u uw kat meeneemt naar risicogebieden is het van belang dat u ontwormt met een ontwormingsmiddel dat ook tegen hartworm werkt. Het middel dat wij hiervoor adviseren is Milbemax®. Afhankelijk van de periode die u in het buitenland verblijft, moet u op locatie en bij thuiskomst ook ontwormen. Het is van belang ‘preventief’ te ontwormen zodat de hartworm zich dan niet kan ontwikkelen tot worm. Als de larven eenmaal tot wormen zijn ontwikkeld, is de behandeling zeer riskant aangezien ze in de bloedvaten zitten die dichtbij de longen en het hart liggen. Hoewel de kat besmet kan worden door de hartworm, is ze minder gevoelig voor een infectie dan de hond. Bij veel katten worden de wormen niet volwassen. De kat heeft dan geen klachten. Toch zijn er ook katten bekend die door toedoen van deze worm zijn overleden. De wormen veroorzaken chronische long- en hartziekten waaraan uw kat dan kan overlijden. Hartworm wordt overgebracht door vlooien en/of muggen, die bij het bijten van de kat, besmettelijke larven in de huid inbrengen. De incubatietijd kan maanden tot zelfs jaren na de infectie zijn. De symptomen van een hartworminfectie kunnen zijn: verminderd uithoudingsvermogen, gewichtsverlies, hoesten, longoedeem en hartproblemen.

Waarom moet u ontwormen?

Uiteraard is ontwormen van belang voor de gezondheid van uw huisdier. Voor de mens is het echter ook belangrijk. Hieronder vindt u een aantal risico’s, waar wij mensen mee te maken kunnen krijgen.

De mens kan tussengastheer zijn van de vossenlintworm (Echinococcus). Onvolgroeide stadia hiervan kunnen schade aanrichten in het lichaam van de mens. De lintworm veroorzaakt blazen in het lichaam, bijvoorbeeld in de darmen. Daarnaast tast het ook de lever aan. De dieren zijn vaak niet ziek, maar de mens kan door een ernstige leveraantasting overlijden.

Dit laatste geldt ook voor de spoelworm. Kinderen kunnen besmet worden met spoelwormen door opname van eitjes in bijvoorbeeld een zandbak. Daarnaast knuffelen kinderen altijd graag met huisdieren. De larven van spoelwormen kunnen zich, na opname, door het hele lichaam verspreiden. Zo kunnen ze bijvoorbeeld astmatische bronchitis bij kinderen veroorzaken en na het bereiken van de ogen, verstoringen van het gezichtsvermogen tot gevolg hebben.

Larven van de haakworm kunnen de menselijke huid binnendringen. Kinderen kunnen besmet raken als ze op blote voeten op besmette grond lopen of besmette grond in hun mond stoppen. De haakwormen kunnen huidontstekingen veroorzaken op de plek waar ze de huid binnendringen. Eenmaal in de huid, kunnen ze gaan migreren door het lichaam. Dit is te zien aan een rood/blauwe streep onder de huid.

Bovenstaande klinkt allemaal erg eng en lijkt misschien wat overdreven, maar er bestaat wel degelijk een risico, met name voor kleine kinderen. Het is dus ook voor de volksgezondheid van belang om uw kat regelmatig te ontwormen. Goede ontworming beperkt het infectiegevaar naar uzelf en uw kinderen.

Het advies is volwassen katten vier keer per jaar te ontwormen met een goed ontwormingsmiddel. Als u een middel koopt, kijk dan tegen welke wormen het werkt. Ook is het aan te raden een goed ontvlooiingsmiddel te gebruiken. Zoals u hierboven immers heeft kunnen lezen, zijn vlooien tussengastheer van een aantal wormsoorten.

Vlooien

Vlooien zijn kleine parasieten die zich in de vacht van uw kat bevinden. Ze voeden zich met bloed en kunnen jeuk bij uw kat, maar ook bij u veroorzaken. Herhaaldelijke besmettingen met vlooien vormen een verhoogd risico op het ontwikkelen van een vlooienallergie. Het is dan ook belangrijk de vacht regelmatig te inspecteren op vlooien en vlooienfaeces. In het stukje over de lintworm werd al vermeld dat vlooien tussengastheer zijn van de lintworm. Als uw kat dus jeuk heeft en per ongeluk een vlo opeet door in de vacht te bijten, is de kans zeer groot dat er op deze manier een lintwormbesmetting verkregen wordt. Het gebruik van een ontvlooiingsmiddel is dan ook zeer belangrijk. Het advies is eens in de 4 weken een pipet tussen de schouderbladen te geven. Let hierbij op dat u een betrouwbaar middel gebruikt en dat het middel op de huid wordt aangebracht en niet op de haren. Indien de hoeveelheid vloeistof in het pipet te veel is voor één plek, kunt u dit toedienen op meerdere plaatsen op de huid, het liefste onder elkaar. Naast pipetten zijn er ook smakelijke tabletten verkrijgbaar waarmee u uw kat gemakkelijk kunt ontvlooien.

Giardia

Giardia is een eencellige parasiet. Giardia veroorzaakt dunne, stinkende diarree met eventuele bijmenging van slijm of bloed. Het is zeer besmettelijk, ook voor ons mensen! De cysten van de giardia komen met de ontlasting mee naar buiten en kunnen door u of uw huisdieren worden opgenomen. Een gezond dier vertoont vaak nog geen symptomen, maar scheidt deze cysten wel uit. Als u een dier heeft met een giardiabesmetting is het dus belangrijk dat u al uw dieren behandelt tegen de infectie. Doet u dit niet dan kunnen uw gezond ogende dieren de rest van uw beestenboel weer opnieuw besmetten. Jonge dieren en dieren met een verminderde weerstand vertonen wel bovenstaande symptomen. Door middel van een snaptest kunnen wij gemakkelijk controleren of uw huisdier giardia heeft. U moet hiervoor verse ontlasting naar de praktijk brengen.

Teken

De teek is een spinachtige parasiet, het heeft acht poten. Gedurende het hele jaar kunnen ze voorkomen. Teken leven in de bossen maar komen ook voor in hoog gras. Als uw kat langs een struik loopt of door hoog gras, laten de teken zich op uw dier vallen en nestelen zich in de huid. Ze vallen dus niet uit bomen, zoals vaak wordt gedacht. Teken voeden zich met het bloed van hun gastheer. Als de teek zich volzuigt met bloed kan het enorm in omvang toenemen. De tekenbeet zorgt meestal niet voor problemen. Toch is het van belang de teek zo snel mogelijk te verwijderen, liefst binnen 24 uur. Met name om de kans op de Ziekte van Lyme minimaal te houden. Wij adviseren hier een tekentang voor te gebruiken en absoluut GEEN alcohol op uw kat te sprayen.

Ziekte van Lyme

De bruine schapenteek (Nederlandse teek) kan de verwekker (bacterie) van de ziekte van Lyme overbrengen. Naar schatting draagt 10% van de teken deze bacterie (Borrelia) bij zich. Deze bacterie bevindt zich in de darmen van de teek. Wanneer de teek zich vasthecht aan de huid en bloed gaat zuigen, kan deze bacterie zich vermenigvuldigen en in uw kat terechtkomen. Mensen kunnen de ziekte van Lyme ook krijgen, bij hen komt het zelfs nog veel meer voor dan bij katten.

Incubatieperiode: maanden tot jaren.

Symptomen

  • Sloomheid
  • Koorts
  • Rode uitbreidende plek rond de teek (vaak moeilijk te zien)
  • Gewrichtsklachten (plotselinge kreupelheid)
  • Gezwollen lymfeklieren
  • Aantasting van de nieren
  • Gedrachtsveranderingen (bijv. agressiviteit, epileptische aanvallen)

Diagnose

Het kan lang duren voordat uw dier symtomen vertoont, dit is echter niet minder gevaarlijk. Bloedonderzoek kan de infectie aantonen. Eventueel moet dit onderzoek herhaald worden.

Behandeling

Is met antibiotica mogelijk

Preventie

Seresto® Halsband

Mijten

Mijten zijn spinachtigen, bij de kat kunnen de volgende soorten voorkomen.

Soorten mijten

Oormijt

De naam zegt het al, oormijten zitten in de oren van de kat. Oormijten zorgen voor erge jeuk in de oren. Je ziet het dier dan ook aan de oren krabben of met de oren klapperen. Oormijten kunnen erg besmettelijk zijn. Door middel van lichamelijk contact tussen de dieren worden mijten overgedragen. Een goede behandeling tegen oormijt is dus echt noodzakelijk. Het is aan te bevelen alle contactdieren mee te behandelen.

Schurftmijt (Sarcoptes)

De schurftmijt zorgt voor huidaandoeningen. Het komt zelden voor bij katten, maar is wel erg besmettelijk voor mensen (=zoönose)! De mijten graven gangen in de huid en dit kan zeer heftige jeuk veroorzaken. Vaak begint het op de buik, maar het kan zich over het hele lichaam verspreiden. Van rode bultjes kan het, door het krabben, ontaarden in grote korsten en kale plekken.

Vachtmijt (Cheyletiella)

Deze mijtsoort leeft in de vacht of op de haren van de kat, niet in de huid. Vachtmijten kunnen voor schilfers in de vacht zorgen. Ook kan de vacht er ‘stoffig’ uit zien. Dit kan gepaard gaan met haarverlies en jeuk. De vachtmijten zijn gastheerspecifiek, maar kunnen andere diersoorten ook last bezorgen, ook ons mensen.

Heeft u het vermoeden dat uw kat(ten) één of meer parasieten bij zich draagt, neem dan vrijblijvend contact met ons op. Wij streven naar een advies op maat en kunnen u dan ook adviseren een antiparasitair middel op te komen halen of een afspraak bij de dierenarts te maken.

Vaccinaties

Vaccinaties

accineren is een belangrijke en effectieve manier om bepaalde ziekten te voorkomen. Zo’n vaccin bestaat uit dode of verzwakte ziektekiemen die het afweersysteem van uw kat voorbereiden op een mogelijke infectie. Het lichaam kan hierdoor direct in actie komen indien het geïnfecteerd wordt door zo’n ziekteverwekker. De meeste vaccins zijn ontwikkeld om ernstige of dodelijk verlopende ziekten te voorkomen. Veel van deze ziekten verspreiden zich makkelijk tussen katten, maar kunnen ook besmettelijk en gevaarlijk zijn voor mensen (ook wel zoönose genoemd). Omdat een vaccin een bepaalde tijd werkzaam is (sommige beschermen gedurende 1 jaar, andere 3 jaar en weer andere 3 maanden), moet er regelmatig opnieuw gevaccineerd worden. Doordat er in Nederland in het verleden veel tegen de verschillende ziekten is gevaccineerd, zijn de dodelijk gevallen in ons land flink teruggedrongen. Helaas komen met de import van dieren uit het buitenland, die als jong dier niet gevaccineerd zijn, deze ziektes weer voor in Nederland. 

Waartegen vaccineren we eigenlijk?

Onze dierenartsen hanteren voor de vaccinatie van uw kat onderstaand schema. Afhankelijk van de vaccinatiegeschiedenis/situatie van uw kat kan onze dierenarts besluiten om een ander schema te hanteren.

Leeftijd Niesziekte Kattenziekte
9 weken x x
12 weken x x
1 jaar x x
2 jaar x  
3 jaar x  
4 jaar x x

Hierna volgt bovenstaand schema vanaf 1 jaar. Dus op de leeftijd van 4 jaar weer de katten- en niesziektevaccinatie en de twee jaren daarop een vaccinatie tegen alleen niesziekte.

Kattenziekte

Kattenziekte is een besmettelijke ziekte welke wordt veroorzaakt door het Feline Panleukopenie-virus, welke vaak dodelijk is. Katten kunnen besmet worden met kattenziekte door direct of indirect (bijvoorbeeld via kleding) contact met een besmette kat. Het virus kan jarenlang in de omgeving overleven en is zeer agressief en daardoor uiterst besmettelijk. Kattenziekte kan op alle leeftijden voorkomen. Maar het virus treft voornamelijk kittens die nog niet gevaccineerd zijn en oudere katten die niet (goed) gevaccineerd zijn. De symptomen van het virus zijn onder andere: koorts, niet meer willen eten en drinken, lusteloosheid en diarree. Vaccinatie tegen kattenziekte zorgt voor een langdurige en sterke bescherming.

Niesziekte

Niesziekte is een soort verkoudheid. Symptomen van niesziekte zijn onder andere niezen, neus- en ooguitvloeiing, gebrek aan eetlust, koorts en sloomheid. Vooral katten met een lagere weerstand, zoals kittens en oudere dieren lopen een kans op niesziekte met ernstige niesziekteverschijnselen. Niesziekte wordt veroorzaakt door een infectie met het Feline Herpesvirus en/of het Feline Calicivirus. Katten die herstellen van niesziekte worden ‘drager’, in periodes waarin de weerstand lager is, kan het virus weer de kop opsteken. In deze periode kan de kat weer andere katten in de omgeving besmetten. Niesziekte komt het meest voor op plaatsen waar katten met elkaar in contact kunnen komen, zoals pensions, catterys en bij bezoek aan tentoonstellingen. Vaccinatie geeft geen 100% bescherming tegen niesziekte, maar zorgt er wel voor dat de symptomen milder zijn.

Rabiës

Ook wel hondsdolheid genoemd. Een vaccinatie tegen rabiës is verplicht als u met uw kat naar het buitenland gaat en is 3 jaar geldig. Het wordt veroorzaakt door een virus en kan alle warmbloedige dieren besmetten, dus niet alleen honden en katten maar ook mensen. Rabiës wordt overgedragen door een beet van een besmet dier en dringt via de zenuwbanen de hersenen binnen waar het een ontsteking veroorzaakt. Hierdoor kan het besmette dier gaan bijten en ‘gek’ worden. In het begin kan onverklaarbaar gedrag het eerste en enige symptoom zijn. In een later stadium komen symptomen voor als schorheid van de stem, angstgedrag, agressie en verlamming van het achterlijf of de kaken. De tijd tussen besmetting en het ontstaan van ziekteverschijnselen kan soms weken tot maanden duren, afhankelijk van de locatie van de beet. Tegen hondsdolheid is geen behandeling mogelijk.

VacciCheck titerbepaling

Vaccineren op maat bij de kat

VacciCheck titerbepaling

Wij bieden bij onze dierenkliniek sinds 2018 een titerbepaling aan voor zowel honden als katten.

Bij katten wordt de titerbepaling aanzienlijk minder vaak gedaan, terwijl dat in onze ogen eigenlijk zonde is.

De vaccinatie bij de kat geeft bescherming voor twee ziekten: kattenziekte (Feline Panleukemie, een dodelijk virus wat gelukkig maar enkele keren per jaar in Nederland uitbreekt) en niesziekte. De twee belangrijkste ziekteverwekkers van niesziekte zijn het herpes- en calici virus. Helaas kan niesziekte ook door andere ziekteverwekkers ontstaan, 100% bescherming bieden voor niesziekte lukt met het geven van vaccinaties dus niet. Wel heeft een kat die volgens het schema is gevaccineerd minder risico op het krijgen van niesziekte, de symptomen zijn minder heftig en de kat zal sneller herstellen.

Met een titerbepaling kunnen we meten of de vaccinaties tegen bovenstaande drie virussen goed aangeslagen zijn. We kunnen dus zien of uw kat voldoende antilichamen heeft en op deze manier maximaal beschermd is.

Als blijkt dat de waarden heel hoog zijn (en uw kat niet naar het pension of de show gaat) kunnen we de vaccinaties zelfs voor drie jaar aftekenen. Dat betekent dat we uw kat maar eens per drie jaar hoeven te controleren door middel van een titerbepaling, een jaarlijkse vaccinatie is dan niet meer nodig. De hoogte van de titer is per kat verschillend, er dus zomaar vanuit gaan dat uw kat perfect beschermd is, kan helaas niet. Meten is weten en voor deze test hebben we maar een klein druppeltje bloed nodig!

De katten op de foto zijn de prachtige dames van onze dierenarts Sanne. De waarden van de titerbepalingen zijn zo hoog, dat we deze twee poezen de komende drie jaar helemaal niet hoeven te vaccineren. Over drie jaar zullen we de titerbepaling herhalen en aan de hand van die uitslagen volgt het vaccinatieadvies op maat. 

Voor meer informatie; bel gerust naar onze praktijk op 0320 ‑ 254 021.

Gedrag

Gedragstherapie

Net zoals u, vinden wij het heel belangrijk dat katten een fijn leven hebben. Toch is dit niet vanzelfsprekend. We zien regelmatig patiënten met (chronische) stressklachten of ‘probleemgedrag’.

Wij mensen leven vaak een druk bestaan en ‘vergeten’ wat de natuurlijke behoeften van onze dieren zijn. Hierdoor kan ‘probleemgedrag’ ontstaan. Probleemgedrag is voor de kat vaak normaal gedrag, maar voor u als ‘kattenpersoneel’ ongewenst. Hierbij kunt u denken aan: sproeien in huis, onzindelijkheid, krabben aan meubels of agressie naar katten, andere (huis)dieren of zelfs mensen. Tevens kunnen katten gedragingen laten zien waarbij het dier zichzelf lichamelijk of mentaal schade toebrengt. Dit gedrag is abnormaal en ongezond. Voorbeelden hiervan zijn: extreme angst en/of fobieën, (chronische) stress en dwangneuroses (bijvoorbeeld: kaal likken of plukken van de vacht). Voor het welzijn van de kat moet de situatie dan dusdanig aangepast worden dat het probleem zich niet meer voordoet. Een kat die onder constante druk staat, kan hierdoor ook medische klachten krijgen. Stress zorgt immers voor een verlaagde weerstand waardoor pathogene ziektekiemen een kans krijgen.

Indien een kat lichamelijke klachten heeft of veranderd gedrag laat zien, zoeken onze dierenartsen uiteraard eerst naar een medische oorzaak. Die is er echter niet altijd. Het probleem kan immers ook een gedragsmatige oorzaak hebben. Als voorbeeld kunnen we geven: een kat die zijn vacht kapot likt. De oorzaak hiervoor kan medisch zijn, bijvoorbeeld een allergie of vlooienbeet, maar het kan ook een gevolg zijn van chronische stress of frustratie. Het kan ook zo zijn dat de oorzaak op beide vlakken gezocht moet worden, dus zowel medisch als gedragsmatig. Hiervoor bent u bij ons aan het goede adres.

Sinds 2011 richt onze praktijk zich steeds meer op het gedrag van dieren. Onze paraveterinair Krista Sinke is inmiddels afgestudeerd als kattengedragstherapeut. Zij helpt onze klanten met het oplossen van het probleemgedrag van hun kat. Helaas zijn er (te) veel katten die in stressvolle situaties leven. De eigenaar heeft dat vaak niet in de gaten, er is immers geen opzet in het spel, maar men weet gewoon niet beter. Krista heeft daarom haar kattengedragsbureau Begrip voor de Kat opgezet. Voor meer informatie kunt u kijken op haar website of op www.facebook.com/begripvoordekat. Met haar bedrijf wil ze meer ‘Begrip voor de Kat’ vragen en eigenaren beter voorlichten. Op haar Facebookpagina zet ze regelmatig leuke kattenweetjes en tips. Goede voorlichting kan veel probleemgedrag voorkomen en daar wil ze aan bijdragen. Indien u vragen heeft omtrent normaal gedrag kunt u deze uiteraard ook aan haar stellen.

Trimsalon

Kattentrimsalon de Dierenbus 

Sinds mei 2012 heeft onze kliniek een extra service: een kattentrimsalon boven de praktijk. Per september 2016 zorgt Truus Drent voor het reilen en zeilen in de trimsalon.

De meeste katten houden zelf hun vacht goed bij door deze te wassen en ook u als eigenaar kunt daarin meehelpen door uw kat regelmatig te kammen. Toch kunnen er ondanks deze handelingen problemen ontstaan. Zo kan het kammen van uw kat er bijvoorbeeld voor zorgen dat de kat meer gaat verharen!

De kattenvacht bestaat meestal uit dekharen met onderwol. De onderwol is de vacht die meerdere keren per jaar loslaat en die u tegenkomt in uw huis, op uw bank en op uw kleren. Wanneer uw kortharige kat 2 à 3 keer per jaar door ons getrimd wordt, zal uw kat aanzienlijk minder verharen. Voor de (half)langharige katten is het advies gemiddeld 4x per jaar.

Naast het verharen van de kat, zorgt bijvoorbeeld overgewicht (wat we helaas steeds meer zien bij de kat) voor problemen bij de vachtverzorging. De kat wordt door zijn overgewicht minder flexibel en kan bepaalde gebieden van zijn lichaam (denk aan buik en achterhand) niet goed bereiken. Ditzelfde geldt voor de oudere kat. Veel senior katten krijgen last van artrose wat ze beperkt in hun vachtverzorging. Op de lange termijn geeft overgewicht en artrose klitten of zelfs vervilting van de vacht. Hierdoor krijgt de huid onvoldoende zuurstof en kunnen er onder andere huidontstekingen ontstaan. Een aantal keer per jaar trimmen (eventueel gecombineerd met wassen en drogen), voorkomt deze problemen. U zult merken dat uw kat beter in zijn vel zit.

In onze kattentrimsalon worden zowel kortharige als (half)langharige katten getrimd (onderwol verwijderen) en/of geschoren zonder narcose. In uitzonderlijke gevallen is een kat niet te behandelen zonder narcose en kan, in overleg met u, alsnog worden gekozen het met narcose te doen. Voor de vervolgbehandelingen zou er contact opgenomen kunnen worden met onze kattengedragstherapeut om training en/of medicatie in te zetten om stress te verminderen en trimmen zonder narcose uiteindelijk toch mogelijk te maken.

Prijzen:

Basisbehandelingen:   Eventuele extra kosten:  
Ontwollen (half)langhaar €50,- Scheren vervilte vacht €15,-
Ontwollen korthaar €40,- Vlooien in de vacht €5,-
Combinatie scheren/ontwollen €50,- Wassen/drogen (half)langhaar €7,50
Scheren €55,- Wassen/drogen korthaar €5,

Lezing

Meer leren over het gedrag van uw kat?

In samenwerking met onze dierenartsassistente Krista Sinke en tevens eigenaar van Kattengedragsbureau ‘Begrip voor de Kat’ is de kattenlezing: Lichaamstaal & Katvriendelijk huis georganiseerd. Deze lezing is geschikt voor iedereen die meer wil leren over kattengedrag en de natuurlijke behoeften van een kat. De lezing is zeker interessant voor mensen met een nieuw kitten, maar juist ook voor eigenaren van een volwassen kat.

“Hoe communiceert een kat, met ons en met soortgenoten? Hoe kunt u aan uw kat zien dat hij niet lekker in zijn vel zit? En hoe kunnen we ons huis zo inrichten dat we probleemgedrag kunnen voorkomen?” Dit zijn een aantal vragen waar u tijdens deze lezing antwoord op krijgt.

Locatie en data

Er is nog geen nieuwe datum bekend. Indien u hiervan op de hoogte gehouden wilt worden, kunt u een e-mail sturen naar info@dedierenbus.nl. De lezing wordt gehouden boven de praktijk (er is geen lift aanwezig) en zal ongeveer 1,5 uur duren. De kosten voor deze avond bedragen €10,- per persoon. Inschrijven kan per telefoon, e-mail of bij de assistentes aan de balie en is noodzakelijk.

Afscheid

Afscheid nemen doet al zeer genoeg

Het liefst willen we allemaal dat onze katten net zo oud worden als wij zelf. En als ze ziek worden en het op een gegeven moment niet meer gaat, willen we eigenlijk dat ze uit zichzelf de laatste adem uitblazen. Of in ieder geval, dat we niet zelf de beslissing hoeven te nemen om ze te laten inslapen. Helaas gebeurt het toch vaak dat we die beslissing wél moeten nemen.

Euthanasie

Het moment voor een euthanasie is voor iedere eigenaar verschillend. Belangrijk is dat u rekening houdt met het welzijn van uw kat en uw eigen mogelijkheden. Neem geen overhaaste beslissing, maar wacht ook niet te lang. Mocht u het met uw kinderen willen bespreken dan vindt u op de website van de LICG meer informatie en praktische tips.

Wanneer u, samen met de dierenarts, heeft besloten tot euthanasie, zal de dierenarts uw kat op een diervriendelijke manier laten inslapen. Wij willen u graag alle tijd geven om afscheid te nemen van uw kat waardoor het soms niet mogelijk is op dezelfde dag nog een afspraak te maken. Indien uw kat ondraaglijk lijdt, zullen wij uiteraard onze uiterste best doen om u zo snel mogelijk te ontvangen. Onze dierenartsen besteden veel tijd en aandacht aan een euthanasie, wij hebben alle begrip voor uw verdriet en zullen daarom niets overhaasten.

Uw kat krijgt eerst een narcose-injectie waardoor hij/zij in slaap valt. Soms kunnen katten daar even (pijnlijk) op reageren. Wanneer u daar aan toe bent, geeft de dierenarts de laatste injectie waardoor het hart stopt. De dierenarts zal dit met een stethoscoop controleren. Mocht u er liever niet bij willen zijn wanneer deze injecties worden gegeven, geef dit dan gerust aan. Wij houden rekening met uw wensen en hopen dat u achteraf met een goed gevoel terug kunt kijken op de tijd die u met uw kat heeft doorgebracht.

Begraven, cremeren of destructie

Als uw kat is overleden komt u voor de keuze te staan of u uw kat wilt laten begraven, cremeren of voor destructie wilt aanbieden. Een keuze die niet altijd even makkelijk te nemen is. U doet er goed aan om hier, indien mogelijk, van te voren over na te denken.

U kunt er allereerst voor kiezen om uw huisdier in uw eigen tuin te begraven. Dit is in veel gemeenten echter niet toegestaan en bij twijfel kunt u contact opnemen met de gemeente waar u woont. Wanneer u er voor kiest om uw huisdier te begraven, kan dat ook op een officiële dierenbegraafplaats.

Naast begraven kunt u uw kat ook laten cremeren. Bij huisdiercrematorium Majesta kunt u kiezen uit individueel cremeren of collectief. Bij individueel cremeren wordt de as van uw dier in eerste instantie bewaard in een sierblik. Wilt u de as zelf bewaren dan kunt kiezen uit verschillende urnen. Ook kunt u de as laten uitstrooien. Kijk op de website voor de mogelijkheden. U mag uw kat zelf naar Majesta brengen maar wij kunnen het vervoer ook voor u regelen.

De laatste optie voor uw overleden huisdier is destructie. U brengt uw kat dan na euthanasie naar het gemeentelijk verzamelpunt.

Hopelijk hebben wij antwoord gegeven op de vragen die u wellicht had over deze moeilijke beslissing. Indien u echter nog vragen heeft, mag u altijd contact opnemen met onze praktijk!